Information about the word vrijwaren (Dutch → Esperanto: sekurigi)

Synonyms: beveiligen, in veiligheid brengen, veilig stellen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈvrɛi̯ʋaːrə(n)/
Hyphenationvrij·wa·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) vrijwaar(ik) vrijwaarde
(jij) vrijwaart(jij) vrijwaarde
(hij) vrijwaart(hij) vrijwaarde
(wij) vrijwaren(wij) vrijwaarden
(jullie) vrijwaren(jullie) vrijwaarden
(gij) vrijwaart(gij) vrijwaardet
(zij) vrijwaren(zij) vrijwaarden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) vrijware(dat ik) vrijwaarde
(dat jij) vrijware(dat jij) vrijwaarde
(dat hij) vrijware(dat hij) vrijwaarde
(dat wij) vrijwaren(dat wij) vrijwaarden
(dat jullie) vrijwaren(dat jullie) vrijwaarden
(dat gij) vrijwaret(dat gij) vrijwaardet
(dat zij) vrijwaren(dat zij) vrijwaarden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
vrijwaarvrijwaart
Participles
Present participlePast participle
vrijwarend, vrijwarende(hebben) gevrijwaard

Usage samples

Ik vertrouw erop dat je bovennatuurlijke vermogens ons vrijwaren van gevaar terwijl we de graven of crypten of wat het ook zijn hier, plunderen.

Translations

Englishsafeguard
Esperantosekurigi; sendanĝerigi
Frenchabriter; assurer
Spanishresguardar