Information about the word haarkloven (Dutch → Esperanto: saĝumi)

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɦaːrklovə(n)/
Hyphenationhaar·klo·ven

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) haarkloof(ik) haarkloofde
(jij) haarklooft(jij) haarkloofde
(hij) haarklooft(hij) haarkloofde
(wij) haarkloven(wij) haarkloofden
(jullie) haarkloven(jullie) haarkloofden
(gij) haarklooft(gij) haarkloofdet
(zij) haarkloven(zij) haarkloofden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) haarklove(dat ik) haarkloofde
(dat jij) haarklove(dat jij) haarkloofde
(dat hij) haarklove(dat hij) haarkloofde
(dat wij) haarkloven(dat wij) haarkloofden
(dat jullie) haarkloven(dat jullie) haarkloofden
(dat gij) haarklovet(dat gij) haarkloofdet
(dat zij) haarkloven(dat zij) haarkloofden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
haarkloofhaarklooft
Participles
Present participlePast participle
haarklovend, haarklovende(hebben) gehaarkloofd

Translations

Englishsplit hairs
Esperantosaĝumi