Information about the word tuimelen (Dutch → Esperanto: rulfali)

Synonyms: afrollen, rollen

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) tuimel(ik) tuimelde
(jij) tuimelt(jij) tuimelde
(hij) tuimelt(hij) tuimelde
(wij) tuimelen(wij) tuimelden
(jullie) tuimelen(jullie) tuimelden
(gij) tuimelt(gij) tuimeldet
(zij) tuimelen(zij) tuimelden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) tuimele(dat ik) tuimelde
(dat jij) tuimele(dat jij) tuimelde
(dat hij) tuimele(dat hij) tuimelde
(dat wij) tuimelen(dat wij) tuimelden
(dat jullie) tuimelen(dat jullie) tuimelden
(dat gij) tuimelet(dat gij) tuimeldet
(dat zij) tuimelen(dat zij) tuimelden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
tuimeltuimelt
Participles
Present participlePast participle
tuimelend, tuimelende(zijn) getuimeld

Translations

Englishtumble
Esperantorulfali