Information about the word herbouwen (Dutch → Esperanto: rekonstrui)

Synonym: reconstrueren

Part of speechverb
Pronunciation/ɦɛrˈbɑu̯ʋə(n)/
Hyphenationher·bouwen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) herbouw(ik) herbouwde
(jij) herbouwt(jij) herbouwde
(hij) herbouwt(hij) herbouwde
(wij) herbouwen(wij) herbouwden
(jullie) herbouwen(jullie) herbouwden
(gij) herbouwt(gij) herbouwdet
(zij) herbouwen(zij) herbouwden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) herbouwe(dat ik) herbouwde
(dat jij) herbouwe(dat jij) herbouwde
(dat hij) herbouwe(dat hij) herbouwde
(dat wij) herbouwen(dat wij) herbouwden
(dat jullie) herbouwen(dat jullie) herbouwden
(dat gij) herbouwet(dat gij) herbouwdet
(dat zij) herbouwen(dat zij) herbouwden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
herbouwherbouwt
Participles
Present participlePast participle
herbouwend, herbouwende(hebben) herbouwd

Translations

Englishrebuild
Esperantorekonstrui
Frenchrelever
Germanrekonstruieren; wieder aufbauen
Low Germanrekonstrueren
Papiamentorekonstruí
Polishodbudować