Information about the word raffineren (Dutch → Esperanto: rafini)

Synonyms: louteren, verfijnen

Part of speechverb
Pronunciation/rɑfiˈnerə(n)/
Hyphenationraf·fi·ne·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) raffineer(ik) raffineerde
(jij) raffineert(jij) raffineerde
(hij) raffineert(hij) raffineerde
(wij) raffineren(wij) raffineerden
(jullie) raffineren(jullie) raffineerden
(gij) raffineert(gij) raffineerdet
(zij) raffineren(zij) raffineerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) raffinere(dat ik) raffineerde
(dat jij) raffinere(dat jij) raffineerde
(dat hij) raffinere(dat hij) raffineerde
(dat wij) raffineren(dat wij) raffineerden
(dat jullie) raffineren(dat jullie) raffineerden
(dat gij) raffineret(dat gij) raffineerdet
(dat zij) raffineren(dat zij) raffineerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
raffineerraffineert
Participles
Present participlePast participle
raffinerend, raffinerende(hebben) geraffineerd

Translations

Czechrafinovat; zjemnit; zušlechťovat
Englishrefine
Esperantorafini
Faeroesereinsa; reinska
Frenchraffiner
Germanraffinieren; verfeinern
Papiamentorafiná
Portugueseacrisolar; apurar; refinar
Saterland Frisianferfienerje; raffinierje
Spanishrefinar