Information about the word binnendringen (Dutch → Esperanto: penetri)

Synonyms: doordríngen, doorstóten, dóórdringen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈbɪnə(n)drɪŋə(n)/
Hyphenationbin·nen·drin·gen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) dring binnen(ik) drong binnen
(jij) dringt binnen(jij) drong binnen
(hij) dringt binnen(hij) drong binnen
(wij) dringen binnen(wij) drongen binnen
(jullie) dringen binnen(jullie) drongen binnen
(gij) dringt binnen(gij) drongt binnen
(zij) dringen binnen(zij) drongen binnen
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) binnendringe(dat ik) binnendronge
(dat jij) binnendringe(dat jij) binnendronge
(dat hij) binnendringe(dat hij) binnendronge
(dat wij) binnendringen(dat wij) binnendrongen
(dat jullie) binnendringen(dat jullie) binnendrongen
(dat gij) binnendringet(dat gij) binnendronget
(dat zij) binnendringen(dat zij) binnendrongen
Imperative mood
Singular/PluralPlural
dring binnendringt binnen
Participles
Present participlePast participle
binnendringend, binnendringende(zijn) binnengedrongen

Translations

Albaniandepërtoj
Catalanpenetrar
Czechpronikat; proniknout; vniknout
Englishpenetrate; pierce
Esperantopenetri
Faeroesespríkja
Frenchentrer; pénétrer
Germandurchdringen; eindringen
Italianpenetrare
Latinpenetrare
Papiamentopenetrá
Portugueseintroduzir‐se; penetrar
Saterland Frisianientringe; truchtringe
Spanishpenetrar
West Frisiantrochdring