Information about the word verkavelen (Dutch → Esperanto: parceligi)

Synonym: kavelen

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verkavel(ik) verkavelde
(jij) verkavelt(jij) verkavelde
(hij) verkavelt(hij) verkavelde
(wij) verkavelen(wij) verkavelden
(jullie) verkavelen(jullie) verkavelden
(gij) verkavelt(gij) verkaveldet
(zij) verkavelen(zij) verkavelden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verkavele(dat ik) verkavelde
(dat jij) verkavele(dat jij) verkavelde
(dat hij) verkavele(dat hij) verkavelde
(dat wij) verkavelen(dat wij) verkavelden
(dat jullie) verkavelen(dat jullie) verkavelden
(dat gij) verkavelet(dat gij) verkaveldet
(dat zij) verkavelen(dat zij) verkavelden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verkavelverkavelt
Participles
Present participlePast participle
verkavelend, verkavelende(hebben) verkaveld

Translations

Englishparcel out
Esperantoparceligi