Information about the word miskennen (Dutch → Esperanto: mistaksi)

Synonym: zich misrekenen in

Part of speechverb
Pronunciation/mɪsˈkɛnə(n)/
Hyphenationmis·ken·nen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) misken(ik) miskende
(jij) miskent(jij) miskende
(hij) miskent(hij) miskende
(wij) miskennen(wij) miskenden
(jullie) miskennen(jullie) miskenden
(gij) miskent(gij) miskendet
(zij) miskennen(zij) miskenden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) miskenne(dat ik) miskende
(dat jij) miskenne(dat jij) miskende
(dat hij) miskenne(dat hij) miskende
(dat wij) miskennen(dat wij) miskenden
(dat jullie) miskennen(dat jullie) miskenden
(dat gij) miskennet(dat gij) miskendet
(dat zij) miskennen(dat zij) miskenden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
miskenmiskent
Participles
Present participlePast participle
miskennend, miskennende(hebben) miskend

Usage samples

Men miskent mij.
Stemmler, die toen achter in de vijftig was, voelde zich miskend.
Wat wordt een kunstenaar toch altijd door de wereld miskend!

Translations

Englishmisjudge
Esperantomistaksi