Information about the word minister (Dutch → Esperanto: ministro)

Synonym: bewindsman

Part of speechcommon noun
Pronunciation/miˈnɪstər/
Hyphenationmi·nis·ter
Gendernaturel
Pluralministers

Usage samples

VVD‐leider en beoogd premier Mark Rutte wordt waarschijnlijk woensdag tot formateur benoemd waarna hij de overige elf ministers en acht staatssecretarissen kan gaan zoeken.
De koning zuchtte en stak de verblufte minister toen de cheque toe die hij van de heer Daalder gekregen had.

Translations

Afrikaansminister
Catalanministre
Czechministr
Danishminister
Englishminister
Esperantoministro
Faeroeseráðharri
Frenchministre
GermanMinister
Icelandicsendiherra
Jamaican Patoisminista
LuxemburgishMinister
Papiamentominister
Polishgórnik; minister
Portugueseministro
Saterland FrisianMinister
Scotsmeenister
Scottish Gaelicministear
Spanishministro
Swedishdepartementschef; minister
Turkishbakan
West Frisianminister