Information about the word decentraliseren (Dutch → Esperanto: malcentralizi)

Part of speechverb
Pronunciation/desɛntraliˈzerə(n)/
Hyphenationde·cen·tra·li·se·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) decentraliseer(ik) decentraliseerde
(jij) decentraliseert(jij) decentraliseerde
(hij) decentraliseert(hij) decentraliseerde
(wij) decentraliseren(wij) decentraliseerden
(jullie) decentraliseren(jullie) decentraliseerden
(gij) decentraliseert(gij) decentraliseerdet
(zij) decentraliseren(zij) decentraliseerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) decentralisere(dat ik) decentraliseerde
(dat jij) decentralisere(dat jij) decentraliseerde
(dat hij) decentralisere(dat hij) decentraliseerde
(dat wij) decentraliseren(dat wij) decentraliseerden
(dat jullie) decentraliseren(dat jullie) decentraliseerden
(dat gij) decentraliseret(dat gij) decentraliseerdet
(dat zij) decentraliseren(dat zij) decentraliseerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
decentraliseerdecentraliseert
Participles
Present participlePast participle
decentraliserend, decentraliserende(hebben) gedecentraliseerd

Translations

Catalandescentrar
Englishdecentralize
Esperantomalcentralizi
Germandezentralisieren
Italiandecentrare
Spanishdecentrar