Information about the word kelderen (Dutch → Esperanto: malaltiĝi rapide)

Part of speechverb
Pronunciation/ˈkɛldərə(n)/
Hyphenationkel·de·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(het) keldert(het) kelderde
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat het) keldere(dat het) kelderde
Past participle
(zijn) gekelderd

Usage samples

De populariteit van Bolsonaro is inmiddels gekelderd, zeggen recente peilingen.
De aandelen van onze voortreffelijke conserven zouden kelderen, zei ik…
Afgelopen vrijdag kelderde de Zuidafrikaanse rand tot een historisch dieptepunt ten opzichte van de dollar.

Translations

Englishtank
Esperantomalaltiĝi rapide