Information about the word verpanden (Dutch → Esperanto: lombardi)

Synonyms: belenen, lenen tegen een onderpand

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verpand(ik) verpandde
(jij) verpandt(jij) verpandde
(hij) verpandt(hij) verpandde
(wij) verpanden(wij) verpandden
(jullie) verpanden(jullie) verpandden
(gij) verpandt(gij) verpanddet
(zij) verpanden(zij) verpandden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verpande(dat ik) verpandde
(dat jij) verpande(dat jij) verpandde
(dat hij) verpande(dat hij) verpandde
(dat wij) verpanden(dat wij) verpandden
(dat jullie) verpanden(dat jullie) verpandden
(dat gij) verpandet(dat gij) verpanddet
(dat zij) verpanden(dat zij) verpandden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verpandverpandt
Participles
Present participlePast participle
verpandend, verpandende(hebben) verpand

Translations

Englishpawn
Esperantolombardi
Frenchemprunter sur gages
Spanishempeñar; pignorar