Information about the word behandelen (Dutch → Esperanto: kuraci)

Synonym: cureren

Part of speechverb
Pronunciation/bəˈɦɑndələ(n)/
Hyphenationbe·han·de·len

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) behandel(ik) behandelde
(jij) behandelt(jij) behandelde
(hij) behandelt(hij) behandelde
(wij) behandelen(wij) behandelden
(jullie) behandelen(jullie) behandelden
(gij) behandelt(gij) behandeldet
(zij) behandelen(zij) behandelden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) behandele(dat ik) behandelde
(dat jij) behandele(dat jij) behandelde
(dat hij) behandele(dat hij) behandelde
(dat wij) behandelen(dat wij) behandelden
(dat jullie) behandelen(dat jullie) behandelden
(dat gij) behandelet(dat gij) behandeldet
(dat zij) behandelen(dat zij) behandelden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
behandelbehandelt
Participles
Present participlePast participle
behandelend, behandelende(hebben) behandeld

Usage samples

Laten we hem eerst behandelen.
Hij is er plaatse behandeld voor nekklachten.
Terwijl heer Bommel behandeld werd, liep Tom Poes vergeten door het ziekenhuis en maakte zich zware zorgen.

Translations

Afrikaansbehandel
Catalancurar
Danishbehandle
Englishtreat
Esperantokuraci
Faeroesegrøða; røkja
Finnishparantaa
Frenchguérir; soigner
Germanbehandeln
Italianguarire
Papiamentokura
Polishleczyć
Portuguesecurar; medicar
Saterland Frisianbehondelje; heelje; kuurierje; traktierje; unnerhondelje
Spanishcurar; medicar
West Frisianbehannelje