Information about the word opleiden (Dutch → Esperanto: kapabligi)

Synonym: bekwamen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɔplɛi̯də(n)/
Hyphenationop·lei·den

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) leid op(ik) leidde op
(jij) leidt op(jij) leidde op
(hij) leidt op(hij) leidde op
(wij) leiden op(wij) leidden op
(jullie) leiden op(jullie) leidden op
(gij) leidt op(gij) leiddet op
(zij) leiden op(zij) leidden op
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) opleide(dat ik) opleidde
(dat jij) opleide(dat jij) opleidde
(dat hij) opleide(dat hij) opleidde
(dat wij) opleiden(dat wij) opleidden
(dat jullie) opleiden(dat jullie) opleidden
(dat gij) opleidet(dat gij) opleiddet
(dat zij) opleiden(dat zij) opleidden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
leid opleidt op
Participles
Present participlePast participle
opleidend, opleidende(hebben) opgeleid

Translations

Englishtrain
Esperantokapabligi
Germanbefähigen