Information about the word verwarren (Dutch → Esperanto: impliki)

Synonym: verstrikken

Part of speechverb
Pronunciation/vərˈʋɑrə(n)/
Hyphenationver·war·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verwar(ik) verwarde
(jij) verwart(jij) verwarde
(hij) verwart(hij) verwarde
(wij) verwarren(wij) verwarden
(jullie) verwarren(jullie) verwarden
(gij) verwart(gij) verwardet
(zij) verwarren(zij) verwarden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verwarre(dat ik) verwarde
(dat jij) verwarre(dat jij) verwarde
(dat hij) verwarre(dat hij) verwarde
(dat wij) verwarren(dat wij) verwarden
(dat jullie) verwarren(dat jullie) verwarden
(dat gij) verwarret(dat gij) verwardet
(dat zij) verwarren(dat zij) verwarden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verwarverwart
Participles
Present participlePast participle
verwarrend, verwarrende(hebben) verward

Translations

Catalanembolicar; embrollar; embullar; enredar
Czechzamotat; zaplést
Englishentangle
Esperantoimpliki
Frenchempêtrer; entortiller
Germaneinwickeln; hineinziehen; verwickeln; verstricken
Papiamentoimpliká; envolví
Portugueseenredar; envolver; implicar
Russianвовлекать
Saterland Frisianbeluuke; ferwikkelje; ienwikkelje
Spanishembrollar; enredar