Information about the word louteren (Dutch → Esperanto: afinacii)

Synonym: affineren

Part of speechverb
Pronunciation/ˈlɑu̯tərə(n)/
Hyphenationlou·te·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) louter(ik) louterde
(jij) loutert(jij) louterde
(hij) loutert(hij) louterde
(wij) louteren(wij) louterden
(jullie) louteren(jullie) louterden
(gij) loutert(gij) louterdet
(zij) louteren(zij) louterden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) loutere(dat ik) louterde
(dat jij) loutere(dat jij) louterde
(dat hij) loutere(dat hij) louterde
(dat wij) louteren(dat wij) louterden
(dat jullie) louteren(dat jullie) louterden
(dat gij) louteret(dat gij) louterdet
(dat zij) louteren(dat zij) louterden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
louterloutert
Participles
Present participlePast participle
louterend, louterende(hebben) gelouterd

Usage samples

Bedenk dat ik gelouterd ben!
Ze zijn er om ons te beproeven en te louteren.

Translations

Englishpurify
Esperantoafinacii
Portuguesepurificar