Information about the word wegvagen (Dutch → Esperanto: forviŝi)

Synonyms: uitvegen, uitwissen, wegvegen, wegwissen, uitvagen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈʋɛxfaɣə(n)/
Hyphenationweg·va·gen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) vaag weg(ik) vaagde weg
(jij) vaagt weg(jij) vaagde weg
(hij) vaagt weg(hij) vaagde weg
(wij) vagen weg(wij) vaagden weg
(jullie) vagen weg(jullie) vaagden weg
(gij) vaagt weg(gij) vaagdet weg
(zij) vagen weg(zij) vaagden weg
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) wegvage(dat ik) wegvaagde
(dat jij) wegvage(dat jij) wegvaagde
(dat hij) wegvage(dat hij) wegvaagde
(dat wij) wegvagen(dat wij) wegvaagden
(dat jullie) wegvagen(dat jullie) wegvaagden
(dat gij) wegvaget(dat gij) wegvaagdet
(dat zij) wegvagen(dat zij) wegvaagden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
vaag wegvaagt weg
Participles
Present participlePast participle
wegvagend, wegvagende(hebben) weggevaagd

Usage samples

De tsoenami heeft hele dorpen weggevaagd.

Translations

Englishwipe out
Esperantoforviŝi; elviŝi
Frencheffacer
Portugueseapagar; limpar; varrer