Information about the word zichten (Dutch → Esperanto: falĉi)

Synonym: maaien

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) zicht(ik) zichtte
(jij) zicht(jij) zichtte
(hij) zicht(hij) zichtte
(wij) zichten(wij) zichtten
(jullie) zichten(jullie) zichtten
(gij) zicht(gij) zichttet
(zij) zichten(zij) zichtten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) zichte(dat ik) zichtte
(dat jij) zichte(dat jij) zichtte
(dat hij) zichte(dat hij) zichtte
(dat wij) zichten(dat wij) zichtten
(dat jullie) zichten(dat jullie) zichtten
(dat gij) zichtet(dat gij) zichttet
(dat zij) zichten(dat zij) zichtten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
zichtzicht
Participles
Present participlePast participle
zichtend, zichtende(hebben) gezicht

Translations

Catalanfalcejar; segar amb falç
Czechkosit; posekat; sekat; žnout
Danishslå
Englishcut; mow; reap
Esperantofalĉi
Faeroeseskera; sláa
Frenchfaucher
Germanmähen; abmähen; absensen; niedermähen
Malaymemotong
Portugueseceifar; foiçar; roçar; segar
Saterland Frisianmjo; oumjo
Spanishsegar
Swedishmeja
Thaiเกี่ยว