Information about the word gezellig (Dutch → Esperanto: intima)

Synonym: dik

Part of speechadjective
Pronunciation/ɣəˈzɛləx/
Hyphenationge·zel·lig

Degrees of comparison

Positivegezellig
Comparativegezelliger
Superlativegezelligst

Declension

 PositiveComparativeSuperlative
Predicativegezelliggezelliger(het) gezelligst, (het) gezelligste
AttributiveIndefiniteMasculine and feminine pluralgezellligegezelligeregezelligste
Indefinite singulargezelliggezelligergezelligst
Pluralgezellligegezelligeregezelligste
Definitegezellligegezelligeregezelligste
Partitivegezelligsgezelligers 

Usage samples

Maar het was erg gezellig, en onder het diner werd de verstandhouding steeds beter.

Translations

Englishclose
Esperantointima