Information about the word samennijpen (Dutch → Esperanto: kunpremi)

Synonyms: ineendringen, ineendrukken, samendrukken, samenknijpen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈsamenɛi̯pə(n)/
Hyphenationsa·men·nij·pen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) nijp samen(ik) neep samen
(jij) nijpt samen(jij) neep samen
(hij) nijpt samen(hij) neep samen
(wij) nijpen samen(wij) nepen samen
(jullie) nijpen samen(jullie) nepen samen
(gij) nijpt samen(gij) neept samen
(zij) nijpen samen(zij) nepen samen
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) samennijpe(dat ik) samennepe
(dat jij) samennijpe(dat jij) samennepe
(dat hij) samennijpe(dat hij) samennepe
(dat wij) samennijpen(dat wij) samennepen
(dat jullie) samennijpen(dat jullie) samennepen
(dat gij) samennijpet(dat gij) samennepet
(dat zij) samennijpen(dat zij) samennepen
Imperative mood
Singular/PluralPlural
nijp samennijpt samen
Participles
Present participlePast participle
samennijpend, samennijpende(hebben) samengenepen

Usage samples

Hij neep zijn lippen samen.

Translations

Catalancomprimir
Englishclasp; clench; compress; constrict; sandwich; squeeze
Esperantokunpremi
Papiamentoprès
Spanishcomprimir
West Frisiangearparsje