Information about the word verhouten (Dutch → Esperanto: ligniĝi)

Part of speechverb
Pronunciation/vərˈɦɑu̯tə(n)/
Hyphenationver·hou·ten

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verhout(ik) verhoutte
(jij) verhout(jij) verhoutte
(hij) verhout(hij) verhoutte
(wij) verhouten(wij) verhoutten
(jullie) verhouten(jullie) verhoutten
(gij) verhout(gij) verhouttet
(zij) verhouten(zij) verhoutten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verhoute(dat ik) verhoutte
(dat jij) verhoute(dat jij) verhoutte
(dat hij) verhoute(dat hij) verhoutte
(dat wij) verhouten(dat wij) verhoutten
(dat jullie) verhouten(dat jullie) verhoutten
(dat gij) verhoutet(dat gij) verhouttet
(dat zij) verhouten(dat zij) verhoutten
Participles
Present participlePast participle
verhoutend, verhoutende(zijn) verhout

Usage samples

Aan de basis is de stengel verhout.

Translations

Englishlignify
Esperantoligniĝi