Information about the word omgaan met (Dutch → Esperanto: rilati kun)

Synonyms: te maken hebben met, van doen hebben met, omgang hebben met, verkeren met

Part of speechverb

Usage samples

Ik heb liever niet dat je met die jongen omgaat, Betty.
Kinderen die met Hendrik omgaan, worden nog braver, want zij leren van hem hoe zij handelen moeten.