Information about the word onderstrepen (Dutch → Esperanto: emfazi)

Synonyms: beklemtonen, benadrukken, met nadruk zeggen, nadruk leggen op, accentueren

Part of speechverb
Pronunciation/ɔndərˈstrepə(n)/
Hyphenationon·der·stre·pen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(hij) onderstreept(hij) onderstreepte
(zij) onderstrepen(zij) onderstreepten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat hij) onderstrepe(dat hij) onderstreepte
(dat zij) onderstrepen(dat zij) onderstreepten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
onderstreeponderstreept
Participles
Present participlePast participle
onderstrepend, onderstrepende(hebben) onderstreept

Usage samples

Dat onderstreept nog maar eens hoe belangrijk het is om natuurgebieden met elkaar te verbinden.

Translations

Esperantoemfazi