Information about the word verkwikken (Dutch → Esperanto: refreŝigi)

Synonyms: laven, opfrissen, opknappen, verfrissen, verversen

Part of speechverb
Pronunciation/vərˈkʋɪkə(n)/
Hyphenationver·kwik·ken

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verkwik(ik) verkwikte
(jij) verkwikt(jij) verkwikte
(hij) verkwikt(hij) verkwikte
(wij) verkwikken(wij) verkwikten
(jullie) verkwikken(jullie) verkwikten
(gij) verkwikt(gij) verkwiktet
(zij) verkwikken(zij) verkwikten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verkwikke(dat ik) verkwikte
(dat jij) verkwikke(dat jij) verkwikte
(dat hij) verkwikke(dat hij) verkwikte
(dat wij) verkwikken(dat wij) verkwikten
(dat jullie) verkwikken(dat jullie) verkwikten
(dat gij) verkwikket(dat gij) verkwiktet
(dat zij) verkwikken(dat zij) verkwikten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verkwikverkwikt
Participles
Present participlePast participle
verkwikkend, verkwikkende(hebben) verkwikt

Usage samples

We zullen ons verkwikken met wijn.
Toen Frodo ’s morgens wakker werd, voelde hij zich verkwikt.

Translations

Englishrefresh
Esperantorefreŝigi
Frenchrafraîchir
Germanerfrischen; erquicken; wieder frisch machen
Portugueseavivar; refrescar
Saterland Frisianärkwikje; friskje