Information about the word verstillen (Dutch → Esperanto: kvietiĝi)

Synonyms: bedaren, bekoelen, kalmeren, luwen, tot rust komen, uitrazen, uitwoeden

Part of speechverb
Pronunciation/vərˈstɪlə(n)/
Hyphenationver·stil·len

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verstil(ik) verstilde
(jij) verstilt(jij) verstilde
(hij) verstilt(hij) verstilde
(wij) verstillen(wij) verstilden
(jullie) verstillen(jullie) verstilden
(gij) verstilt(gij) verstildet
(zij) verstillen(zij) verstilden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verstille(dat ik) verstilde
(dat jij) verstille(dat jij) verstilde
(dat hij) verstille(dat hij) verstilde
(dat wij) verstillen(dat wij) verstilden
(dat jullie) verstillen(dat jullie) verstilden
(dat gij) verstillet(dat gij) verstildet
(dat zij) verstillen(dat zij) verstilden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verstilverstilt
Participles
Present participlePast participle
verstillend, verstillende(zijn) verstild

Usage samples

Hij liep naar het bed en keek neer op het verstilde, dode gelaat.

Translations

Englishsubside; quiet down; quiet; quieten
Esperantokvietiĝi
Germansich beruhigen; sich besänftigen; sich legen; nachlassen
Greekκαταργούμαι; κοπάζω; μειώνομαι
Spanishcalmarse; sosegarse