Information about the word verwezenlijken (Dutch → Esperanto: efektivigi)

Synonyms: bewerkstelligen, doorvoeren, tot stand brengen, volvoeren, voor elkaar krijgen, implementeren

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verwezenlijk(ik) verwezenlijkte
(jij) verwezenlijkt(jij) verwezenlijkte
(hij) verwezenlijkt(hij) verwezenlijkte
(wij) verwezenlijken(wij) verwezenlijkten
(jullie) verwezenlijken(jullie) verwezenlijkten
(gij) verwezenlijkt(gij) verwezenlijktet
(zij) verwezenlijken(zij) verwezenlijkten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verwezenlijke(dat ik) verwezenlijkte
(dat jij) verwezenlijke(dat jij) verwezenlijkte
(dat hij) verwezenlijke(dat hij) verwezenlijkte
(dat wij) verwezenlijken(dat wij) verwezenlijkten
(dat jullie) verwezenlijken(dat jullie) verwezenlijkten
(dat gij) verwezenlijket(dat gij) verwezenlijktet
(dat zij) verwezenlijken(dat zij) verwezenlijkten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verwezenlijkverwezenlijkt
Participles
Present participlePast participle
verwezenlijkend, verwezenlijkende(hebben) verwezenlijkt

Translations

Englishcarry through; conduct; implement; secure; accomplish; achieve; carry out
Esperantoefektivigi
Frenchréaliser
Germanausführen; ausrichten; verwirklichen; bewerkstelligen; vollbringen; durchführen; zustande bringen; leisten; vornehmen
Polishurzeczywistniać; zrealizować
Portugueseefectivar; efectuar; realizar
Saterland Frisianuutfiere; uutgjuchte
Spanishrealizar