Information about the word gutsen (Dutch → Esperanto: fluegi)

Synonym: gulpen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɣɵtsə(n)/
Hyphenationgut·sen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(hij) gutst(hij) gutste
(zij) gutsen(zij) gutsten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat hij) gutse(dat hij) gutste
(dat zij) gutsen(dat zij) gutsten
Participles
Present participlePast participle
gutsend, gutsende(zijn) gegutst

Usage samples

Zo klagende sjokte hij naar de hut, terwijl het zweet hem langs het gelaat gutste.

Translations

Englishstream
Esperantofluegi
Germanfluten