Information about the word fruitboom (Dutch → Esperanto: fruktarbo)

Synonyms: ooftboom, vruchtboom

Part of speechcommon noun
Pronunciation/ˈfrœy̯dbom/
Hyphenationfruit·boom
Gendermasculine
Pluralfruitbomen

Diminutive
SingularPlural
fruitboompjefruitboompjes

Usage samples

In andere, met gras begroeide velden graasde vee, terwijl de hellingen aan weerszijden van het dal waren beplant met fruitbomen.
Elke bladzijde bevatte een nauwkeurig omschreven verslag van zijn experimenten met de fruitbomen.

Translations

Englishfruit‐tree
Esperantofruktarbo
Frenchfruitier
GermanObstbaum
Latinpomum; pomus
Portugueseárvore frutífera
Saterland FrisianFruchtboom
Spanishfrutal
Swedishfruktträd