Information about the word draineren (Dutch → Esperanto: dreni)

Synonyms: aftappen, afwateren, droogleggen, ontwateren

Part of speechverb
Pronunciation/drɛˈnerə(n)/
Hyphenationdrai·ne·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) draineer(ik) draineerde
(jij) draineert(jij) draineerde
(hij) draineert(hij) draineerde
(wij) draineren(wij) draineerden
(jullie) draineren(jullie) draineerden
(gij) draineert(gij) draineerdet
(zij) draineren(zij) draineerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) drainere(dat ik) draineerde
(dat jij) drainere(dat jij) draineerde
(dat hij) drainere(dat hij) draineerde
(dat wij) draineren(dat wij) draineerden
(dat jullie) draineren(dat jullie) draineerden
(dat gij) draineret(dat gij) draineerdet
(dat zij) draineren(dat zij) draineerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
draineerdraineert
Participles
Present participlePast participle
drainerend, drainerende(hebben) gedraineerd

Translations

Czechodvodnit; odvodňovat
Englishdrain
Esperantodreni
Frenchdrainer
Germanentwässern; dränieren; dränen; trockenlegen
Portuguesedrenar
Saterland Frisiandränierjereni; ouwoaterje
Spanishdrenar
West Frisianôftaapje; ôfwetterje