Information about the word culmineren (Dutch → Esperanto: kulmini)

Synonym: op het hoogtepunt zijn

Part of speechverb
Pronunciation/kɵlmiˈnerə(n)/
Hyphenationcul·mi·ne·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(hij) culmineert(hij) culmineerde
(zij) culmineren(zij) culmineerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat hij) culminere(dat hij) culmineerde
(dat zij) culmineren(dat zij) culmineerden
Participles
Present participlePast participle
culminerend, culminerende(hebben) geculmineerd

Translations

Englishculminate
Esperantokulmini
Germankulminieren; den Höhepunkt erreichen; gipfeln