Information about the word omvamen (Dutch → Esperanto: ĉirkaŭbraki)

Synonyms: omarmen, omhelzen, omvademen

Part of speechverb
Pronunciation/ɔmˈvamə(n)/
Hyphenationom·va·men

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) omvaam(ik) omvaamde
(jij) omvaamt(jij) omvaamde
(hij) omvaamt(hij) omvaamde
(wij) omvamen(wij) omvaamden
(jullie) omvamen(jullie) omvaamden
(gij) omvaamt(gij) omvaamdet
(zij) omvamen(zij) omvaamden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) omvame(dat ik) omvaamde
(dat jij) omvame(dat jij) omvaamde
(dat hij) omvame(dat hij) omvaamde
(dat wij) omvamen(dat wij) omvaamden
(dat jullie) omvamen(dat jullie) omvaamden
(dat gij) omvamet(dat gij) omvaamdet
(dat zij) omvamen(dat zij) omvaamden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
omvaamomvaamt
Participles
Present participlePast participle
omvamend, omvamende(hebben) omvaamd

Usage samples

Die kleur omvaamt me met hartstocht!

Translations

Catalanabraçar
Czechobejmout; objímat
Danishgive et knus; omfavne
Englishembrace; hug
Esperantoĉirkaŭbraki; brakumi; enbrakigi
Germanumarmen; in die Arme nehmen; in die Arme schließen
Greekαγκαλιάζω
Icelandicfaðma
Italianabbracciare
Jamaican Patoisog
Norwegiangi en klem
Papiamentobrasa
Portugueseabarcar; abraçar
Spanishabrazar
Swedishkrama; omfamna
Thaiกอด