Information about the word domicilie (Dutch → Esperanto: domicilo)

Synonym: woonplaats

Part of speechcommon noun
Pronunciation/domiˈsili/
Hyphenationdo·mi·ci·lie
Genderfeminine
Pluraldomicilies, domiciliën

Usage samples

Was dit waarlijk het domicilie van de professor?
Laat ik slechts zeggen dat ik mijn laatste domicilie in haast verliet.
Haar zal een domicilie op het platteland worden toegewezen, zeggen de geruchten.

Translations

Czechbydliště; sídlo
Danishbopæl; sted
Englishdomicile
Esperantodomicilo
Faeroesebústaður
Finnishasuinpaikkakunta
Frenchdomicile
GermanWohnort; Wohnsitz; Domizil
Italianresidenza
Portuguesedomicílio
Saterland FrisianWoonsit; Woonsteede
Spanishdomicilio