Information about the word bekennen (Dutch → Esperanto: sekskuniĝi kun)

Synonyms: geslachtsverkeer hebben met, neuken met, seks bedrijven met, seks hebben met, slapen met

Part of speechverb
Pronunciation/bəˈkɛnə(n)/
Hyphenationbe·ken·nen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) beken(ik) bekende
(jij) bekent(jij) bekende
(hij) bekent(hij) bekende
(wij) bekennen(wij) bekenden
(jullie) bekennen(jullie) bekenden
(gij) bekent(gij) bekendet
(zij) bekennen(zij) bekenden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) bekenne(dat ik) bekende
(dat jij) bekenne(dat jij) bekende
(dat hij) bekenne(dat hij) bekende
(dat wij) bekennen(dat wij) bekenden
(dat jullie) bekennen(dat jullie) bekenden
(dat gij) bekennet(dat gij) bekendet
(dat zij) bekennen(dat zij) bekenden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
bekenbekent
Participles
Present participlePast participle
bekennend, bekennende(hebben) bekend

Usage samples

En hij bekende haar voortaan niet meer.

Translations

Afrikaansbeken
Englishknow
Esperantosekskuniĝi kun; veni al