Information about the word weghakken (Dutch → Esperanto: forhaki)

Synonym: wegkappen

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) hak weg(ik) hakte weg
(jij) hakt weg(jij) hakte weg
(hij) hakt weg(hij) hakte weg
(wij) hakken weg(wij) hakten weg
(jullie) hakken weg(jullie) hakten weg
(gij) hakt weg(gij) haktet weg
(zij) hakken weg(zij) hakten weg
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) weghakke(dat ik) weghakte
(dat jij) weghakke(dat jij) weghakte
(dat hij) weghakke(dat hij) weghakte
(dat wij) weghakken(dat wij) weghakten
(dat jullie) weghakken(dat jullie) weghakten
(dat gij) weghakket(dat gij) weghaktet
(dat zij) weghakken(dat zij) weghakten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
hak weghakt weg
Participles
Present participlePast participle
weghakkend, weghakkende(hebben) weggehakt

Translations

Esperantoforhaki
Germanabhacken; weghacken