Information about the word afschilferen (Dutch → Esperanto: deskvamiĝi)

Synonym: afbladderen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɑfsxɪlfərə(n)/
Hyphenationaf·schil·fe·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(hij) schilfert af(hij) schilferde af
(zij) schilferen af(zij) schilferden af
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat hij) afschilfere(dat hij) afschilferde
(dat zij) afschilferen(dat zij) afschilferden
Participles
Present participlePast participle
afschilferend, afschilferende(zijn) afgeschilferd

Usage samples

De schors schilfert in grote plakken af waardoor de onderliggende, gele bast zichtbaar wordt en de stam een vlekkerig aanzien krijgt.

Translations

Englishflake off; peel off
Esperantodeskvamiĝi; disskvamiĝi
Spanishdesconcharse