Information about the word gewond (Dutch → Esperanto: vundita)

Synonym: wond

Part of speechadjective
Pronunciation/ɣəˈʋɔnt/
Hyphenationge·wond

Degrees of comparison

Positivegewond
Comparativegewonder
Superlativegewondst

Declension

 PositiveComparativeSuperlative
Predicativegewondgewonder(het) gewondst, (het) gewondste
AttributiveIndefiniteMasculine and feminine pluralgewondegewonderegewondste
Indefinite singulargewondgewondergewondst
Pluralgewondegewonderegewondste
Definitegewondegewonderegewondste
Partitivegewondsgewonders 

Usage samples

Twee mensen raakten ernstig gewond.
Ben je gewond?
Misschien is hij gewond.

Translations

Afrikaansbeseer
Englishinjured; wounded
English (Old English)wund
Esperantovundita
Germanwund; verletzt
Romanianrănit
Saterland Frisianseer; wuund
Scottish Gaelicleònte
Spanishherido
Srananmankeri
Thaiเจ็บ
West Frisianferwûne