Information about the word zonnebril (Dutch → Esperanto: sunvitroj)

Part of speechcommon noun
Pronunciation/ˈzɔnəbrɪl/
Hyphenationzon·ne·bril

Usage samples

’s Nachts had hij zijn zonnebril bekeken en de vingerafdrukken van de dode leken er duidelijk op te staan.
Ik zette de zonnebril af en probeerde mijn enkel nog eens.
Arie had zijn tropenhelm op en Jan droeg zijn zonnebril.

Translations

Englishsun‐glasses
Esperantosunvitroj
Norwegiansolbriller
Papiamentobrel di solo
Spanishgafas oscuras
West Frisiansinnebril