Information about the word schier (Dutch → Esperanto: preskaŭ)

Synonyms: bekant, bijkans, bijna, haast, nagenoeg, vrijwel, welhaast, zo goed als, genoegzaam, praktisch, quasi

Part of speechadverb
Pronunciation/sxiːr/
Hyphenationschier

Usage samples

Men kan zich dus de gevoelens voorstellen waarmede ik mij door het stadje voortbewoog, toen ik van schier alle balkons de beeltenis van de grote dichter zag afhangen, omgeven door vlaggen, kransen en fleurige festoenen.
Op diens gezicht was echter niets bijzonders te zien, hoewel de inspecteur had willen zweren hem even en schier onmerkbaar te hebben zien glimlachen toen men met de hond was komen aanzetten.
De toestand was schier onhoudbaar.

Translations

Afrikaansamper; bykans; byna; haas
Albanianafro; gati; pothuaj; thuaja
Catalangairebé; quasi
Czechmálem; skoro; téměř
Danishnæsten
Englishalmost; nearly; all but
English (Old English)ealmæst
Esperantopreskaŭ
Faeroesenæstan; umleið
Finnishmelkein
Frenchpresque
Germanbeinahe; fast; schier; nahezu
Hungarianmajdnem
Icelandichér um bil; nær; næstum
Italianquasi
Jamaican Patoisaalmuos; liklmuos
Latinfere; paene; prope
Low Germansikkum
Luxemburgishbal
Malayhampir
Norwegiannesten
Papiamentoera; kasi; hera
Polishniemal; prawie
Portugueseperto de; por pouco; quase
Romanianaproape
Russianпочти
Saterland Frisianbienai; bienaist; bolde; hoast; uungefäär
Scottish Gaeliccha mhòr
Spanishcasi
Srananpikinso moro
Swedishnästan
Thaiเกือบ; รอมร่อ
Turkishadeta
Welshbron
West Frisianbenei; beneistenby; hast; omtrint; skraach; skraachwurk