Information about the word predikant (Dutch → Esperanto: predikisto)

Synonyms: kanselredenaar, prediker

Part of speechcommon noun
Pronunciation/prediˈkɑnt/
Hyphenationpre·di·kant
Gendermasculine
Pluralpredikanten

Usage samples

Het hoofd van onze school was tevens de predikant van die kerk, de enige in het dorp.
Meestal hebben een viertal van die kerkdorpjes een gemeenschappelijke predikant, die dan om beurten zondags in een der kerkjes de godsdienstoefeningen leidt, zodat er eens in de 4 weken kerk is.
Zijn vader, ook een predikant, overkwam in 1983 precies hetzelfde.
Hij trof daar mevrouw Harmon en de predikant in de grootste ongerustheid aan.

Translations

Afrikaanspredikant
Danishprædikant; præst
Englishpreacher
Esperantopredikisto
Papiamentopredikant
Portuguesepregador sagrado
Swedishpredikant