Information about the word regenen (Dutch → Esperanto: pluvi)

Part of speechverb
Pronunciation/ˈreɣənə(n)/
Hyphenationre·ge·nen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(het) regent(het) regende
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat het) regene(dat het) regende
Past participle
(heeft) geregend

Usage samples

Die middag bleef het regenen.
Het regende nog, maar niet meer zo erg.
Het begon te regenen en koud te worden.
In sommige delen van het land heeft het sinds oktober niet meer geregend.
Het regent veel te hard!
Het zag ernaaruit dat het zou gaan regenen.

Translations

Afrikaansreën
Czechpršet
Danishregne
Englishrain
English (Old English)rinan
Esperantopluvi
Faeroeseregna
Finnishsataa
Frenchpleuvoir
Germanregnen
Icelandicrigna
Italianpiovere
Low Germanreagenen
Norwegianregne
Papiamentoyobe
Portuguesechover
Romanianploua
Saterland Frisianriene; smuddelje
Spanishllover
Swedishregna
Thaiฝนตก
Welshglawio
West Frisianreine