Information über das Wort dwaas (Niederländisch → Esperanto: malsaĝa)

Synonyme: dol, dom, onverstandig, zot

WortartAdjektief
Aussprache/dʋas/
Trennungdwaas

Komparation

Positivedwaas
Komparativdwazer
Superlativmeest dwaas

Deklination

 PositiveKomparativSuperlativ
Predikativdwaasdwazer(het) meest dwaas, (het) meest dwaase
AttributivUnbestimmtMännlicher und weiblicher Mehrzahldwazedwazeremeest dwaze
Sächlicher Einzahldwaasdwazermeest dwaas
Mehrzahldwazedwazeremeest dwaze
Bestimmtdwazedwazeremeest dwaze
Partitivdwaasdwazers 

Gebrauchsbeispiele

We zijn dwaas geweest dat we geen man op wacht hebben gezet.
Dwaze dieren, zijn jullie nu bang voor een steen?
Wees niet zo dwaas.

Übersetzungen

Deutschtöricht; unverständig; dumm
Englischfoolish; silly
Esperantomalsaĝa
Färöerischfávitskutur; tápuligur
Französischabracadabrant; sot
Griechischανόητος
Lateindemens; stultus
Russischглупый
Schottisch Gälischgòrach
Schwedischbefängd; vettlös
Spanischestulto; necio; sandio
Srananlawlaw
Thaiโง่
Westfriesischmâl