Information über das Wort kapel (Niederländisch → Esperanto: kapelo)

WortartSubstantiv
Aussprache/kaˈpɛl/
Trennungka·pel
Geschlechthistorisch weiblich, heutzutage auch männlich
Mehrzahlkapellen

Verkleinerungswort
EinzahlMehrzahl
kapelletjekapelletjes

Gebrauchsbeispiele

Hun leider ging met zijn twee metgezellen verder naar de kapel van Copmanhurst.
Oostkapelle dankt zijn naam aan een kapel die hier in vroeger tijden moet hebben gestaan, samen met een andere kapel, die op de plaats van het huidige Westkapelle ligt.

Übersetzungen

DeutschKapelle; Hauskapelle; Vokalkapelle; Capella
Englischchapel
Esperantokapelo
Katalanischcapella
Portugiesischcapela; ermida
SaterfriesischKapelle
Spanischcapilla
Tschechischkaple
Walisischcapel