Information über das Wort weldoen (Niederländisch → Esperanto: bonfari)

WortartVerb

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) doe wel(ik) deed wel
(jij) doet wel(jij) deed wel
(hij) doet wel(hij) deed wel
(wij) doen wel(wij) deden wel
(jullie) doen wel(jullie) deden wel
(gij) doet wel(gij) deedt wel
(zij) doen wel(zij) deden wel
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) weldoe(dat ik) weldede
(dat jij) weldoe(dat jij) weldede
(dat hij) weldoe(dat hij) weldede
(dat wij) weldoen(dat wij) weldeden
(dat jullie) weldoen(dat jullie) weldeden
(dat gij) weldoet(dat gij) weldedet
(dat zij) weldoen(dat zij) weldeden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
doe weldoet wel
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
weldoend, weldoende(hebben) welgedaan

Übersetzungen

Englischdo good; benefit
Esperantobonfari
Portugiesischbem fazer; beneficiar