Information über das Wort voornáám (Niederländisch → Esperanto: distingita)

WortartAdjektief
Aussprache/vorˈnam/
Trennungvoor·naam

Komparation

Positivevoornaam
Komparativvoornamer
Superlativvoornaamst

Deklination

 PositiveKomparativSuperlativ
Predikativvoornaamvoornamer(het) voornaamst, (het) voornaamste
AttributivUnbestimmtMännlicher und weiblicher Mehrzahlvoornamevoornamerevoornaamste
Sächlicher Einzahlvoornaamvoornamervoornaamst
Mehrzahlvoornamevoornamerevoornaamste
Bestimmtvoornamevoornamerevoornaamste
Partitivvoornaamsvoornamers 

Gebrauchsbeispiele

Morgen komt er hier een voornaam heer logeren en dan moet er wildbraad op tafel komen.
Het was een voorname begrafenis geweest, ook al hadden Jon de kosten door de ziel gesneden.