Information über das Wort wit (Niederländisch → Esperanto: blanka)

WortartAdjektief
Aussprache/ʋɪt/
Trennungwit

Komparation

Positivewit
Komparativwitter
Superlativwitst

Deklination

 PositiveKomparativSuperlativ
Predikativwitwitter(het) witst, (het) witste
AttributivUnbestimmtMännlicher und weiblicher Mehrzahlwittewitterewitste
Sächlicher Einzahlwitwitterwitst
Mehrzahlwittewitterewitste
Bestimmtwittewitterewitste
Partitivwitswitters 

Gebrauchsbeispiele

Maar witter dan wit zijn de beroemde fonteinen.
Toen hij wakker werd, lag hij in een wit bed en de maan scheen door een open raam.
De witte platte hoed met de brede rand is zeer geschikt voor tochtjes overdag.
Bond ging de kamer uit en liep door de witte gang.

Übersetzungen

Afrikaanswit
Albanischbardhë
Dänischhvid
Deutschweiß; unschuldig; blank; leer; Weiß‐
Englischblank; white
Englisch (Altenglisch)hwit
Esperantoblanka
Färöerischhvítur
Finnischvalkea
Französischblanc
Griechischάσπρο; λευκό
Hawaiischkea; keʻokeʻo
Isländischhvítur
Italienischbianco
Jiddischװײַס
Kabylischamellal
Katalanischblanc
Lateinalbus; candidus; canus
Luxemburgischwäiss
Malaiischputih
Niederdeutschwit
Norwegischhvit
Papiamentoblanko; blanku
Polnischbiały
Portugiesischbranco
Rumänischalb
Russischбелый
Saterfriesischwiet
Schottisch Gälischbàn; geal
Schwedischblank; vit
Scotswhite
Spanischblanco; sauz
Srananweti
Suaheli‐eupe
Thaiขาว; สีขาว
Tschechischbílý
Türkischbeyaz; ak
Ungarischfehér
Walisischgwyn
Westfriesischwyt; blank