Information über das Wort voorgevoel (Niederländisch → Esperanto: antaŭsento)

WortartSubstantiv
Aussprache/ˈvorɣəvul/
Trennungvoor·ge·voel
Geschlechtsächlich
Mehrzahlvoorgevoelens

Gebrauchsbeispiele

Mijn voorgevoelens hebben mij dus niet bedrogen.
„En wat doen zij met de reizigers?” vroeg ik, huiverend van angstig voorgevoel.
Ik heb helemaal geen voorgevoel!
Traz kreeg gelijk in zijn voorgevoel.
„Maar wat is er toch aan de hand?” riep de ander vol angstige voorgevoelens.

Übersetzungen

DeutschAhnung; Vorahnung; Vorgefühl
Englischpresentiment
Esperantoantaŭsento
Lateinantepassio
Papiamentopresentimentu
SaterfriesischOanenge
Westfriesischfoarfielen