Information über das Wort verzamelen (Niederländisch → Esperanto: agregi)

Synonyme: aggregeren, bijeenhopen, samenvoegen

WortartVerb
Aussprache/vərˈzamələ(n)/
Trennungver·za·me·len

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) verzamel(ik) verzamelde
(jij) verzamelt(jij) verzamelde
(hij) verzamelt(hij) verzamelde
(wij) verzamelen(wij) verzamelden
(jullie) verzamelen(jullie) verzamelden
(gij) verzamelt(gij) verzameldet
(zij) verzamelen(zij) verzamelden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verzamele(dat ik) verzamelde
(dat jij) verzamele(dat jij) verzamelde
(dat hij) verzamele(dat hij) verzamelde
(dat wij) verzamelen(dat wij) verzamelden
(dat jullie) verzamelen(dat jullie) verzamelden
(dat gij) verzamelet(dat gij) verzameldet
(dat zij) verzamelen(dat zij) verzamelden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verzamelverzamelt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verzamelend, verzamelende(hebben) verzameld

Übersetzungen

Deutschaggregieren; zusammenballen; verbinden
Englischaggregate
Esperantoagregi
Portugiesischagregar