Information über das Wort woord (Niederländisch → Esperanto: vorto)

WortartSubstantiv
Aussprache/ʋort/
Trennungwoord
Geschlechtsächlich
Genitivwoords
Mehrzahlwoorden

Verkleinerungswort
EinzahlMehrzahl
woordjewoordjes

Gebrauchsbeispiele

Het meervoud van dit woord kun je niet afleiden aan de regels die je tot nu toe hebt geleerd over regelmatige meervouden
Je hebt het woord „moordenaar” gebruikt.

Übersetzungen

Afrikaanswoord
Albanischfjalë
Dänischord
DeutschWort
Englischword
Englisch (Altenglisch)word
Esperantovorto
Färöerischorð
Finnischsana
Französischmot
Griechischλέξη
Isländischorð
Italienischparola
Katalanischmot; paraula
Lateinverbum; vocabulum
LuxemburgischWuert
Niederdeutschwoord
Norwegischord
Papiamentopalabra
Polnischsłowo
Portugiesischpalavra; termo; vocábulo
Rumänischcuvânt; vorbă
Russischслово
SaterfriesischVokabel; Woud
Schottisch Gälischfacal
Schwedischord
Scotswird; word
Spanischpalabra; vocablo
Srananwortu
Suahelineno
Thaiคำ
Tschechischslovo
Türkischsöz; sözcük
Ungarischszó
Westfriesischwurd