Information über das Wort bedoelen (Niederländisch → Esperanto: voli diri)

WortartVerb
Aussprache/bəˈdulə(n)/
Trennungbe·doe·len

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) bedoel(ik) bedoelde
(jij) bedoelt(jij) bedoelde
(hij) bedoelt(hij) bedoelde
(wij) bedoelen(wij) bedoelden
(jullie) bedoelen(jullie) bedoelden
(gij) bedoelt(gij) bedoeldet
(zij) bedoelen(zij) bedoelden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) bedoele(dat ik) bedoelde
(dat jij) bedoele(dat jij) bedoelde
(dat hij) bedoele(dat hij) bedoelde
(dat wij) bedoelen(dat wij) bedoelden
(dat jullie) bedoelen(dat jullie) bedoelden
(dat gij) bedoelet(dat gij) bedoeldet
(dat zij) bedoelen(dat zij) bedoelden
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
bedoelend, bedoelende(hebben) bedoeld

Gebrauchsbeispiele

Ik weet niet wat u bedoelt.
Ḥij weet wat we bedoelen zonder dat we het over heren onder elkaar hebben.

Übersetzungen

Afrikaansbedoel
Englischmean
Esperantovoli diri
Französischvouloir dire
Italienischmirare a
Niederdeutschmeynen
Schwedischmena
Spanischquerer decir
Thaiหมาย