Information über das Wort verslaan (Niederländisch → Esperanto: venki)

Synonyme: overweldigen, overwinnen, slaan

WortartVerb
Aussprache/vərˈslan/
Trennungver·slaan

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) versla(ik) versloeg
(jij) verslaat(jij) versloeg
(hij) verslaat(hij) versloeg
(wij) verslaan(wij) versloegen
(jullie) verslaan(jullie) versloegen
(gij) verslaat(gij) versloegt
(zij) verslaan(zij) versloegen
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) versla(dat ik) versloege
(dat jij) versla(dat jij) versloege
(dat hij) versla(dat hij) versloege
(dat wij) verslaan(dat wij) versloegen
(dat jullie) verslaan(dat jullie) versloegen
(dat gij) verslaat(dat gij) versloeget
(dat zij) verslaan(dat zij) versloegen
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verslaverslaat
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verslaand, verslaande(hebben) verslagen

Gebrauchsbeispiele

Wel, die drank hebben wij nodig om de Romeinen te verslaan.
Als Rusland wordt verslagen, staat China alleen in de confrontatie met de Verenigde Staten.

Übersetzungen

Afrikaansverslaan
Dänischbesejre
Deutschbewältigen; meistern; bemeistern; siegen; besiegen; überwinden
Englischdefeat; beat
Esperantovenki
Färöerischsigra; vinna
Finnischvoittaa
Französischabattre; surmonter; vaincre
Katalanischsuperar; vèncer
Papiamentoderotá; vense
Portugiesischdebelar; derrotar; levar de vencida; sobrepujar; superar
Rumänischcâștiga; învinge
Saterfriesischfersmääje; fersmätse; remäntje; siegje; uurtwinge; uurwinne; winne
Schwedischbesegra
Spanischvencer
Thaiชนะ; ขนะ
Tschechischpřekonat; přemoci; zdolat
Türkischaltetmek
Westfriesischferslaan